X c.s. hebben een hypothecaire geldlening afgesloten bij H. Enkele jaren later ontdekt H dat X c.s. de verhypothekeerde woning aan derden hebben verhuurd zonder dat H hiervoor toestemming heeft gegeven. In verband hiermee heeft H de hypotheeklening opgeëist en maatregelen genomen om de woning te executeren. Thans is voor de rechtbank onder meer in geschil of H bevoegd was om de hypothecaire geldlening onmiddellijk op te eisen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat X c.s. in strijd hebben gehandeld met de voorwaarde in de overeenkomst om de woning niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van H te verhuren. H was dan ook gerechtigd om de hypotheeklening onmiddellijk op te eisen.
Rechtbank Rotterdam 1 mei 2013, LJN CA3410 (publicatie 17 juni 2013)
Bron: Notamail 12 juli 2013
Geef een antwoord